28 november 2007

God en de weerman


Reinier van den Berg is weerman op de Nederlandse televisie. Wat zegt hij van het weer? In een letterlijk citaat van de website Waarom Jezus? van de Evangelische Omroep zegt Van den Berg: 'Het weer. Een Hemels meesterwerk. Daar zie ik heel duidelijk de hand van God in.' Zo'n uitspraak, het interview op de website is nog vele malen ernstiger (hij ontkent zelfs de evolutie), maakt deze man tot een uiterst dubieuze weerman.

Van den Berg noemt het weer een Hemels meesterwerk met een hoofdletter H, alsof je plafond met een hoofdletter P zou moeten schrijven. Hij verkondigt daarmee feitelijke onzin, want het weer is feitelijk niets meer dan een natuurverschijnsel waar de mensheid zich elke dag weer druk over maakt. Er is ook niets Hemels aan, maar laat ik niet zeuren over het feit dat de hemel gewoon lucht is. Dat de vrome Reinier het weer Hemels noemt, is niet alleen onjuist, maar Van den Berg geeft daar tevens een statement mee af waar hij waarschijnlijk minder blij mee is. We gaan even terug naar de tsunami op zondag 26 december 2004.

Het weer, het Hemels meesterwerk, terroriseert een groot gedeelte van Azië. Zou Reinier van den Berg daar ook de hand van God in hebben gezien? Een god die de beschikking heeft over het weer en zich heerlijk uitleeft? Een god die en passant 290.000 mensen laat verdrinken, te pletter slaan, verhongeren of doodgaan aan de pest? Is het weer een Hemels meesterwerk of gewoon een natuurverschijnsel? Ik opteer voor het laatste en laat de EO-marionet gewoon kwaken voor zijn kijkers. Er is geen enkele reden om in God te geloven, tenzij u zo ziek bent dat u een aantoonbare moordenaar wilt aanbidden. Maar gewoon even heel triviaal een weerman geloven, is er ook al niet meer bij. Nou ja, de voorspellingen kloppen toch nooit.

10 november 2007

Ronald Weinland - zo idioot als een deur

De man op deze foto is Ronald Weinland. Ik moet mij nog wat verder verdiepen in deze volslagen geschifte, honderd procent geschoffelde gek. Hij is dominee, Amerikaan en zo idioot als een deur. Waarom?

Niet elke dominee is gestoord, hoogstens waar ze in iemand geloven die zich nog nooit heeft vertoond. Zou God straatvrees hebben? Dat moet ik nog een keertje uitzoeken. Weinland heeft het niet, want hij vertoont zich graag overal. Niet alleen in Amerika, de zot reist de hele wereld over. En altijd als er iemand komt met de mededeling dat de aarde vernietigd zal worden door God, zijn er weer mensen die daar steevast in geloven. En Weinland weet het zeker: de aarde wordt voor een belangrijk deel naar de knoppen geholpen door God. Zijn eigen schepping wordt door hemzelf om zeep gebracht, zoals een klein jongetje zijn Lego-huis een schop geeft als hij het zat is.

Een normaal denkend mens zal natuurlijk smakelijk moeten lachen om Weinland, maar de man heeft inmiddels een enorme schare volgelingen. Bovendien schijnen er twee boeken te zijn waarin hij haarfijn uitlegt waarom we naar de bliksem gaan en - godbetert - nog wanneer ook. Ik kom terug op deze malloot als ik zijn boeken heb gelezen. Als tenminste de aarde niet is verdwenen en God mij op het matje heeft geroepen voor mijn atheïstische gebral.

3 november 2007

Sam Harris: Brief aan een Christelijke Natie

Sam Harris, auteur van Van God Los, heeft krap tachtig pagina's nodig om in helder taalgebruik duidelijk te maken dat religie leidt tot niets dan ellende. Brief aan een Christelijke Natie zou de ogen moeten openen van mensen die logisch kunnen denken, maar ik ben bang dat veel gelovigen die graag gesloten houden.

Richard Dawkins was graag bereid een voorwoord te schrijven en samen met de inleiding van Harris is dat goed voor 20 van de 108 pagina's van het boekje. Een boekje dat iedereen moet lezen, vind ik. Gelovige mensen proberen je tenslotte ook de bijbel, koran of ander dubieus boek door je strot te duwen.

Goddank laten atheïsten en vrijdenkers zich meer horen en kunnen mensen als Harris eindelijk eens fijntjes zeggen wat ze vinden. Er is nog hoop voor deze wereld als we religie stelselmatig in haar bloederige geschiedenis smoren.