18 oktober 2007

Anti-religie, het waarom

Als kind kwam ik in aanraking met religie. Als peuter weet je niets en alles waar je ouders je mee confronteren heb je maar te accepteren. In mijn geval was dat een mix van ongelovige ouders en een streng gereformeerde grootmoeder. Van het nauwe contact met de gereformeerde kerk door mijn grootmoeder weet ik nog altijd niet het fijne. Zij nam mij elke week mee naar de kerk en voedde mij op haar eigen wijze op. Mijn vader en moeder keken de andere kant op en hadden er kennelijk vrede mee.

Tot groot verdriet van mijn grootmoeder bleek mijn geloof minder diep geworteld dan haar lief was. Tot mijn vijftiende ging ik weliswaar nog regelmatig met haar naar de kerk, maar de vraag of ik in God geloofde, durfde zij mij pas te stellen toen ik de veertig al was gepasseerd. Mijn negatieve antwoord deed zij af met 'Tuurlijk geloof je wel in God.' Niet dus. Op mijn veertiende had ik dusdanig veel boeken over religie en geschiedenis gelezen, dat ik mijn buik vol had van alles wat met religie had te maken. Ik noemde mijzelf vrijdenker en atheïst, ofschoon atheïsme een vreemde term is.

Een blog starten over alles wat over en vooral tégen religie gezegd kan worden, zal parallel lopen met een aantal publicaties waar ik aan werk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten